Attitude

 

Indicator 1.2.1)  De docent toont aan dat hij kan inspelen op onderwijskundige veranderingen en behoeften met betrekking tot het gebruik van ICT.

 

Deze indicator heb ik op verschillende manieren behaald. Zo heb ik tijdens mijn eerste stage op het Frieslandcollege te Leeuwarden, leerlingen die de opleiding: 'Toerisme'  volgen laten werken via topomania. Dit is een programma wat de leerlingen helpt de belangrijkste steden en plaatsen te leren. Dit doet het programma via verschillende spellen. Zo kun je racen, darten, spelt ergens neerzetten, etc. De leerlingen van de klas die ik toentertijd had, waren hierover enthousiast.  Dit programma stond in contrast met mijn ervaringen. Zo was ik gewend om topografie te leren via stencils die tijdens de lessen van toen werden uitgedeeld. Verder was ook een ervaring voor mij tijdens werplekleren een om niet te werken via een atlas maar via een tratlas. Dit is een boek waarin niet de focus ligt op de fysische kant maar meer op de sociale kant. Zo worden toeristische plaatsen, recreatiegebieden en badplaatsen benadrukt met informatie erover dat erbij geschreven staat. 

 

De conclusie is dat informatie is gedigitaliseerd wat het voor leerlingen leuker, spannender en makkelijker maakt om te leren. Zo wordt van saaie literatuur leuke innovatieve programma's gemaakt. Een simpel programma als topomania is enorm verrijkend voor leerlingen, je racete over steden of je gooit dart pijltjes er. Je gebruikt dus eigenlijk meerdere zintuigen: motorisch, visueel & geluid om leerstof te leren. De bronnen kunnen dus voor de volgende doelen dienen: 

- Leerlingen motiveren, zodat er aandacht ontstaat voor de situatie

- Onderdeel van een uitleg of klassikale opdracht voor de fase verwerving

- Als onderdeel om mee te oefenen voor de fase verwerking

- als onderdeel van een toepassingsopdracht voor de fase transfer

- als onderdeel van een evaluatie of toetsing voor de fase beheersing. 

 

Aldus: (Berg, 2009, p. 148)